Eerst braadde ik zo’n haantje, gewoon ingesmeerd met flink zout, chilivlokken, limoensap en olijfolie. 30 minuten op 180 graden, klaar. Hij kwam gezellig vlokgespikkeld uit de oven. Goed vlees, net iets steviger aan de botten dan industriekip. En zondag maakte ik kipfilet, dat stuk dat ik normaal vermijd, maar ja, het zat er nu bij. Van snavel tot kont betekent ook de mindere delen gebruiken, nietwaar?
Van de filet viel het zachte haasje al bijna af, dus dat sneed ik los. De rest gaf ik twee of drie kerven in de lengterichting, waarna ik de filet mooi plat kon meppen, onder een plasticje. Zout erop en even laten staan.